zondag, 27 mei 2012

31 mei 2012 - Ibbenbüren, Duitsland

Om 3u ’s nachts werden we getrakteerd op het fantastische geluid van mijn wekker – ik was die natuurlijk vergeten afzetten van de dag ervoor. Gelukkige was mijn zoetje wakker genoeg om die het zwijgen op te leggen, want bij mij kwam er blijkbaar niet veel meer uit dan verontwaardigd gemompel. Veel te vroeg liep de wekker – enkele minuten later leek het – rond negenen af. Met kleine oogjes sleepten we ons onder de douche, om “fris en monter” aan het ontbijt te verschijnen. Voor alle veiligheid deed ik toch maar schoenen aan, want de receptioniste kon het de avond ervoor toch niet laten om een vreemde blik naar mijn blote voeten te werpen. Ja zeg, je moet maar eens een ganse dag shoppen, je zou voor minder op je blote voeten lopen zulle!

Het ontbijt zelf was – gelukkig- on-Duits en dus superlekker. Er was keuze in broodjes, ontbijtgranen, fruitsalade, charcuterie, koffie, thee, verschillende fruitsappen, … Geen overdreven keuze, maar we hadden niets tekort. Ons buikje rond gegeten checkten we uit, gooiden de valies in de koffer en zetten we meebrullend met de zomerse muziek koers naar Ibbenbüren. Een paar minuten later parkeerden we ons op de parking van de camping daar, in de Münsterstrasse 419 te 49479 Ibbenbüren. Het was er nog niet overdreven druk, en we konden op ons gemak een veilig plaatsje zoeken voor onze geleende auto.

Die dag zouden we de Dörenther Klippen route doen, zeer goed omschreven op http://www.superfamilie.nl/routesDE/54dorenth.html. Op zich een vrij makkelijke wandeling, niet al te veel geklim, en ook maar 7.5km. We hadden er bewust voor gekozen om deze kortere wandeling eerst te doen, omdat het toch al een tweetal jaar geleden is dat we nog lange wandelingen deden.

De wandeling start aan het terras van een café/restaurantje vlak aan de camping. Open was het nog niet, maar we konden wel iets te drinken krijgen. De al wat oudere man des huizes gaf zichzelf dan wel 10 eurocent fooi, maar ja. We besloten hier straks één van de veelbelovende ijscoupes uit te proberen.

Het begin van de route, naar de Dörenther Klippen zelf, kan vrij druk zijn. De meesten willen eens een kijkje nemen bij een rots genaamd “Hockende Weib”, of “De Hurkende Vrouw”. Het is even zoeken van welke kant je de rots moet bekijken, maar uiteindelijk zagen we wel waar haar naam vandaan kwam. En de rots zou bijlange niet zo een interessant natuurmonument zijn als er geen verhaal aan verbonden was...

“Vroeger stroomde het water van de zee vaak heel diep het land in, tot aan de bergen. Het verhaal gaat dat een vrouw met haar kinderen in een hut woonde aan de voet van de Dörenther Klippen. Bij het naderen van de vloed nam de vrouw haar kinderen op de arm en droeg ze de berg op. Het water van de zee bleef echter maar stijgen, en eens het water tot aan haar voeten reikte, hurkte de vrouw neer. Zij beval haar kinderen op haar rug te kruipen, en begon te bidden om haar kinderen te redden. Wanneer de vrouw zich tenslotte weer wilde oprichten, was zij veranderd in een rotsblok dat haar kinderen droeg en hoog boven het water van de zee uitstak.”

We vervolgden onze wandeling naar de Almhütte met zijn heerlijke terras hoog tussen de bomen. Bij een verfrissend drankje of een ijsje kun je er heerlijk genieten van het bladerdak in allerlei soorten groen. Zelfs voor de honden zijn meerdere hondenbars voorzien. Sommigen wagen zich nog tot hier, maar daarna mindert de drukte wel. Wat ons echter het meest irriteerde, waren de vele mountainbikers die je van het wandelpad af reden, ondanks het feit dat er overal bordjes stonden dat fietsers niet gewenst waren.

Een cola en een paar kilometer verder kwamen we aan het Ehrenfriedhof, een begraafplaats uit de Tweede Wereldoorlog. Triest en mooi tegelijk, maar wat me het meeste aangreep was een graf met stenen kruis dat simpelweg ‘Unbekannt’ vermeldde. Het kerkhof ligt op een kruispunt van wandelpaden, en één richting ervan leidde richting zomerrodelbaan en sprookjesbos, een soort recreatiepark waarnaar de meesten afzakken. Wij kozen voor een ander wandelpad, richting Dreikaiserstuhl.

Een echte stoel zagen we niet in deze rotsformaties, maar ’t was wel de moeite van het bezoeken waard. Dat vonden ook de vele bergbeklimmers die deze rotsen probeerden te temmen. Ikzelf waagde mij niet al te dicht bij de rand; ik vond de rotsen zo ook wel mooi. Qua rotsen hadden we het volgens de wandeling allemaal gezien, maar de wandeling werd er niet minder mooi om. Het uitzichtpunt aangeduid op de kaart is werkelijk prachtig. Het is een punt waar je uit het bos de velden in wandelt. En wat natuurlijk niet mocht ontbreken, is die typische kanjer van een boom die je altijd op dit soort punten schijnt te vinden, met een nog typischer bankje eronder. Een ideaal excuus om onze middagpauze te houden, en nog wat te genieten van de schaduw.

De heenweg bestond dan vooral uit bossen, maar de terugweg voerde ons door de velden. Het dal van Ibbenbüren domineerde ons uitzicht, met zijn energiecentrale op de achtergrond. Gezien we op maar weinig schaduw werden getrakteerd, werd het al snel erg warm. Terug bij de auto aangekomen schopten we dan ook onze bergschoenen uit, om in de ietwat luchtigere sandalen op pad te gaan naar het terrasje van vanmorgen. We konden nog net een plaatsje in de schaduw bemachtigen. Ondanks het feit dat het terras overvol zat, liet de bediening zich nauwelijks zien. Uiteindelijk gingen we dan maar zelf om de ijskaart, en plaatsten we even later dan ook maar onze bestelling aan de toog. Je kon zien dat het de serveersters niet bepaald beviel, maar met twintig minuten wachten hadden we toch al het nodige geduld opgebracht. ’t Is maar dat we allebei zo’n zin hadden in ijs…

Toen de coupes eindelijk kwamen, werd ons geduld beloond: supergroot, niet duur en heerlijk! Enige probleem was nog de betaling, want ook daarvoor moesten we een dikke twintig minuten wachten. Het eten is dus zeker wel een aanrader, de bediening kon wel een pak beter.

Tijd om naar ons laatste hotel te rijden, want het was nog een kleine twee uur rijden tot daar. Probleemloos en vergezeld van de twee GPS-madammen kwamen we tegen zessen aan bij hotel Schauinsland, in de Pyrmonter Strasse 51 te 32805 Bad-Meinberg. Even schrikken dat het hotel aan een toch vrij drukke baan lag; dat hadden we uit de info die we gekregen hadden niet echt kunnen afleiden. Een tweede verrassing was de receptie: die was er eenvoudigweg niet. We werden in de plaats daarvan verwelkomd door een toog vol met superlekker uitziende taarten. Het kon slechter, nietwaar. Na wat zoeken vonden we dan toch de familie die het hotel uitbaatte, en we werden heel hartelijk ontvangen door één van de dochters des huizes. Op baan naar onze kamer maakten we kennis met het gevogelte des huizes: een vrolijke parkiet in een eigenhandig gemaakt groot hok. Het deed me denken aan onze eigen dwergpapegaai, die nu waarschijnlijk de oren van onze schoonouders teisterde.

Onze kamer bleek heel groot te zijn, compleet met zithoek en al. We hadden een aparte badkamer, zelfs een boekenrek vol (Duitse) boeken, en alles heel proper. Het leukste was het terrasje, waar je vanop je luie stoeltje kon genieten van de werkelijk prachtige en grote tuin van het hotel. In de tuin stond een boom die eruitzag alsof hij minstens honderd jaar was, en onder de boom stonden allemaal tafeltjes gedekt met schattige geblokte lakentjes. Onze gastvrouw nodigde ons uit om het avondmaal in de tuin te nuttigen, en we namen deze met beide handen aan. We kozen voor een tafeltje naast het fonteintje, en vergaten direct de drukke weg langs de voorkant. In de tuin had je daar totaal geen last van. Ook voor de kinderen zijn er speeltuigen voorzien, en honden zijn welkom.

Mijn zoetje probeerde de Duitse menukaart te ontcijferen, maar de gastvrouw legde ons heel geduldig uit wat we niet begrepen. Frietjes kennen ze daar niet, in Duitsland zijn dat schijfjes aardappel. Maar lekker!!! Het eten was overheerlijk, de avond zalig daar onder die grote boom in dat mooie tuintje, terwijl de kinderen des huizes op het gras speelden en de hond des huizes grind probeerden te voeren. We wilden er nooit meer weg.

Op een gegeven moment werd het echter wel eens tijd om in ons bed te kruipen. Het enige nadeel dat we ondervonden aan de kamer, was dat er enkel lamellen waren en geen gordijnen om de ramen te verduisteren. Maar dat was dan ook echt wel het enige minpuntje! Uiteindelijk: doe je ogen dicht en het is ook donker :-)!

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

1 Reactie

  1. moekie:
    31 mei 2012
    jullie hebben zoveel gedaan dat je zou denken dat jullie 2 weken weg waren ! Het lijkt alvast de moeite te zijn geweest ! Heel leuk.