zaterdag, 7 augustus 2010

7 augustus 2010 - Dubrovnik, Kroatië

Deze keer mochten we wel ontbijten op het terras, en daar waren de mussen heel blij om. De diertjes zijn niet bepaald bang te noemen, en komen gewoon op jouw tafel of stoel zitten om mee te eten. Trouw deelden we ons ontbijt elke ochtend met de vogeltjes.

 

Om 7u30 zaten we op de bus richting nieuwe haven van Dubrovnik, waar we rond achten stonden aan te schuiven voor het kopen van tickets voor de boot die ons naar Korcula zou moeten brengen. Er zijn 2 maatschappijen hier: bij Jadrolinija kun je terecht als je je auto wilt meenemen, en tickets zijn op voorhand te kopen. De andere maatschappij is meer plaatselijk en bestaat uit niet meer dan een klein wit hokje. De tickets zijn niet op voorhand te kopen, en de ticketverkoop start een uur voor vertrek van de boot.

 

Gezien onze boot zou vertrekken om 9u15 en we meer dan een uur op voorhand op de nieuwe haven waren aangekomen, dachten we ruim op tijd te zijn. Tot we de ellenlange rij zagen die reeds stond te schuiven. Er zat niet veel anders op dan helemaal achteraan aan te sluiten, en het duurde zeker tot 8u30 vooraleer de ticketverkoop startte. De zon werd al snel erg warm, de rij schoof maar langzaam op en voor meer dan een uur stonden we geduldig te wachten in de hitte.

 

Net toen mijn zoetje om een flesje water ging omdat ik niet meer tegen de zon kon, kwam ons iemand van de maatschappij doodleuk meedelen dat we niet langer hoefden te wachten, de boot zat vol en we konden er niet meer bij. Achter ons stonden nog minstens 100 mensen te wachten, dus de reacties waren niet bepaald vrolijk. Ook niet bij ons natuurlijk. En gezien de boot maar één keer vaart ’s morgens, en één keer ’s avonds, zat er niets anders op dan ons boeltje te pakken en af te druipen. Met andere woorden: wil je een ticket, dan sta je daar best rond 6u al te wachten, en anders zoek je een andere oplossing. De organisatie van die maatschappij laat dus ongelooflijk veel te wensen over.

 

Met de andere overzetboot Jadrolinija konden we niet op Korcula geraken, want die vertrok vandaag niet vanuit Dubrovnik. Wel vanuit Obelic, gelegen op een tweetal uur rijden van Dubrovnik. Veel goesting om opnieuw al die kilometers af te leggen hadden we niet, maar wilden we iets doen vandaag, dan zat er niets anders op.

 

Gefrustreerd namen we de bus terug naar ons hotel, waar we in onze auto stapten en ons in het drukke verkeer gooiden. In landen zoals Kreta en Kroatië, waar je enkel vooruit geraakt met vloeken, toeteren en voorkruipen, maakte ik maar wat graag gebruik van de agressieve rijstijlgenen die ik meegekregen heb. We vloekten even hard mee, toeterden evenveel en manoeuvreerden onze auto op soms millimeters van anderen om te verhinderen dat zij ons voorbijstaken. Na een wel erg vermoeiende rit en enkele halsbrekende toeren om sukkels en trage bussen voorbij te kunnen op de smalle kronkelige wegen, kwamen we eindelijk aan de overzetplaats.

 

Daar wachtten we nog eens een halfuur vooraleer we op de overzetboot konden rijden, en aangezien de rijen lang waren en iedereen niet nog eens een uur wilde wachten op de volgende boot (de overzet vaart elk uur), waren we blij dat iemand van de maatschappij stond te brullen om alles een beetje in goede banen te leiden. Ondanks dat trachtten nog vele mensen voor te kruipen, maar echter zonder resultaat. Gelukkig konden wij nog net mee met de boot, en lieten we voor minstens nog een volle boot gefrustreerde automobilisten achter ons.

 

Achteraf zagen we dat je ook een bootje had vanuit Obelic dat je zonder auto naar Korcula bracht, en dat zou vast goedkoper en sneller zijn geweest. Maar dan moet je natuurlijk parking betalen, terwijl wij onze auto op Korcula zonder enig probleem achterlieten op een gratis parking. Voor de overzet betaalden we 15 euro enkele rit.

 

Op het eiland Korcula aangekomen, reden we langs een mogelijks nog grotere rij wachtenden voor de overzet terug naar Obelic. Tot aan Korcula hadden we nog 3 km te rijden, en de rij stond minstens tot aan de helft van die af te leggen weg.

 

Het was halftwee toen we eindelijk aanbelandden in het kleine stadje, en nadat we eerst iets hadden gegeten, liepen we eens rond in de woonplaats van Marco Polo. Omdat excursies naar dit eilandje gingen, dachten we dat het eilandje wel eens de moeite zou zijn om te doen. En dat was het ook, maar op een tweetal uur heb je alles wel goed gezien. Het oude stadsgedeelte omvat een aantal kerkjes, een paar historische gebouwen (waaronder het huis van Marco Polo dat je binnenkan voor 15Kn per persoon) en een aantal smalle straatjes met wat winkeltjes, maar niets om te zeggen heel erg speciaals.

 

Toch blij dat we het stadje gezien hadden, keerden we terug en rond halfvijf konden we zonder enig probleem op de overzetboot terug. Gelukkig geen ellenlange rij deze keer. Omdat we morgen graag Mljet zouden doen (en niet met de plaatselijke maatschappij deze keer) en we de overzet gepasseerd waren op weg naar Obelic, besloten we eens te stoppen en te kijken wanneer deze boten vaarden. Onze plannen wijzigden al gauw nadat we de prijs gezien hadden: voor de rit heen en terug met onze auto alleen al vroegen ze 60 euro, zonder dan nog eens de toegangsprijs en parking die je ongetwijfeld zou moeten betalen om in het nationaal park binnen te mogen! We vonden dat de prijs niet waard, voor wat uiteindelijk een eiland met bomen en 2 meertjes is, en schaften die plannen af.

 

De rit terug naar het hotel verliep niet van een leien dakje: 2 keer file omwille van een ongeval, en verder een hele hoop gesukkel om het stilstaand verkeer weer op gang te krijgen. Aan 20 km per uur en met het verslijten van minstens een halve kilo remblokjes, bereikten we uiteindelijk om 20u ons hotel. Een goed uur om daar toe te komen voor het vinden van een parkeerplaatsje, anders is dat hier niet zo simpel. Vlak aan ons hotel is nog een ander strand, Copacabana Beach, en de mensen die aan dat strand komen liggen, palmen daarmee ook onze parking in. Tegen halfacht zijn die echter uitgebruind en keren ze terug naar hun eigen hotel, waardoor dit een ideaal uur is voor het veroveren van een plaatsje voor je auto.

 

Op onze kamer vonden we een berichtje van Mario, de contactpersoon van Jetair die ons aan een auto had geholpen. Of we de sleutel zondagavond aan de receptie wilden achterlaten. Niet dus, want we hadden betaald voor 14 dagen, en dat te tellen vanaf dinsdag, de dag dat we de auto hadden gekregen. Mijn zoetje belde naar Mario, en hij begon ons een verhaal op te hangen dat hij die auto dringend nodig had voor mensen die iets gelijkaardigs waren tegengekomen als wij. Er zaten een aantal gaten in dat verhaal, waardoor wij ervan overtuigd waren dat Mario dit enkel zei in de hoop onze sympathie op te wekken, wat niet lukte. We hadden betaald voor 14 dagen, en zouden de wagen dan ook geen dag vroeger teruggeven. Uiteindelijk zag hij wel in dat hij geen poot had om op te staan, en spraken we af wat hij ons reeds eerder had beloofd: dat we de sleutel maandag op de luchthaven zouden teruggeven.

 

Met dat voorval kwam alle miserie van in het begin van onze vakantie weer terug boven, en dat zorgde ervoor dat de avond een beetje in mineur verliep. Vooral bij mij dan eigenlijk. Een auto was essentieel voor onze vakantie, en we hadden er gelukkig uiteindelijk wel eentje gekregen, maar we hebben er ten eerste ook zeer veel miserie mee gehad, en ten tweede moesten we daar ter plaatse veel geld extra ophoesten. Geld waarvan we nog niet zeker waren dat het ons zou terugbetaald worden, ook al zei Mario van wel.

 

Om me af te leiden, nam m’n zoetje me mee naar het restaurant van ons hotel.  Het eten is hier subliem (je betaalt er natuurlijk ook wel voor), maar je hebt veel geduld nodig. We hebben ongeveer een drie kwartier moeten wachten vooraleer we ons eten kregen. Maar ’t moet gezegd: we smulden ons buikje rond. We wilden zeker nog eens een avondje op het terras in de zeteltjes met een cocktail genieten van de avond, maar daar waren we op dat moment te moe voor. Dus kropen we in ons bedje en vielen we direct in slaap. Voor morgen staat er niet veel meer op het programma: een beetje genieten van ons hotel, wat souvenirtjes zoeken (die moeten we echt zoeken, want iets typisch Kroatisch is er gewoon niet) en dan – spijtig genoeg – valiezen maken…

 

Foto’s