dinsdag, 3 augustus 2010

3 augustus 2010 - Dubrovnik, Kroatië

 

Na een wel erg uitgebreid ontbijtbuffet kochten we kaartjes voor de bus naar Dubrovnik. Lijn 6 rijdt van hier net tegenover het hotel tot helemaal aan het oude centrum, en voor de prijs van 8 Kn (ongeveer 1 euro dus) per enkele rit kun je niet zelf naar ginder met de auto beginnen rijden. Ten eerste is dat al niet zo simpel, met al die straten voor éénrichtingsverkeer enzo, ten tweede is het ook niet makkelijk om je auto kwijt te kunnen, en ten derde betaal je 10 Kn voor één uur – komt dus wel duur uit als je een ganse dag de stad wilt verkennen. De bus rijdt om het kwartier, dus lang hoefden we niet te wachten.

 

Direct voor de ingang van het oude Dubrovnik vonden we een infocentrum, waar we eens gingen rondneuzen en een kaartje aanschaften. Blijkbaar zijn er 2 “hoofd”-straten, die verbonden zijn met elkaar door vele piepkleine smalle straatjes. Ondanks het grote aantal mensen in die kleine straatjes, voelden we ons direct thuis en gooiden we onszelf in de massa voor een grondige verkenning. Winkeltje na winkeltje zagen we, af en toe even afgewisseld door een restaurantje. Fantastisch gewoon, we waanden ons even in Venetië.

 

Een echte typisch Kroatische souvenir is moeilijk te vinden, behalve dan de massa’s foto’s, schilderijtjes en beeldjes van Dubrovnik. Op elke hoek van de straat staan ze te leuren met lavendel-geurzakjes, maar dat vinden wij meer iets voor Frankrijk. ’t Zal dus niet zo eenvoudig zijn om iets moois uit te zoeken voor ons thuisfront.

 

Door de vele etensgeuren kreeg ik onweerstaanbaar veel goesting in pizza, dus dwaalden we de straatjes rond en kozen een gezellig uitziend restaurantje. De pizza’s zijn hier net als in Venetië: groot, vrij goedkoop, nauwelijks op te krijgen, en lekker natuurlijk! Volgens mijn zoetje zijn de lasagnes ook wel lekker. Tja, gezond eten is hier niet bepaald “in”… Ga je naar een restaurant en bestel je bijvoorbeeld een stuk vlees met frietjes, dan krijg je daar nooit groenten bij. Wil je die, dan is er niet zoveel keuze, en dan moet je die apart bijbestellen – en dus ook apart betalen. Als we al afgevallen zijn, dan zal het zijn van het vele wandelen !

 

Na nog een uurtje slenteren hadden we de winkeltjes wel allemaal gezien, en we besloten de straatjes wat hogerop eens te gaan verkennen. Daar zijn geen winkeltjes, maar wonen effectief nog mensen, en we wilden de sfeer daar eens opsnuiven. Nou ja, snuiven hoef je niet al te veel te doen. Kleine straatjes zijn dan wel heel gezellig en leuk, maar ze hebben ook nadelen. De mensen zetten hun vuilnis aan de voordeur op straat, maar door de brandende zon gaat dat al snel ferm stinken. Niet alle straatjes stinken in Dubrovnik, zeker niet in het toeristische gedeelte, maar als je wat verder wandelt, dan hoef je daar niet verbaasd over te zijn.

 

De huisjes zelf zijn al even schattig als de straatjes. Hier zagen we af en toe ook nog wel eens een overblijfsel van de oorlog enige tijd geleden, maar niet zo erg als wanneer je de auto neemt en eens gaat rondrijden. De mensen in Dubrovnik wonen vrij comfortabel, met een dak op hun huis, ramen en een deur waar ze hoort. In de toeristische gedeeltes zullen ze de huizen allemaal wel reeds voldoende opgeknapt hebben, maar daarbuiten hebben ze nog heel wat werk.

 

Ganse gezinnen wonen in huizen waarvan soms alleen de muren nog rechtop staan; geen ramen, een grote plank die als deur dient, en heel af en toe een dak, maar soms ook gewoon zonder. Je ziet ook dat sommigen druk bezig zijn met de heropbouw of restauratie van hun woonst, maar andere gezinnen zullen waarschijnlijk gewoon het geld er niet voor hebben. Aan de ene kant is het triest om te zien, maar aan de andere kant zie je wel dat die mensen gelukkig zijn met hun eenvoudige bestaan: ze hebben niet veel, dus ze hoeven ook niet bang te zijn dat er dingen gestolen zullen worden, maar ze hebben elkaar en hun zelf geteelde groenten en fruit om van te leven, net zoals ze leven van hun dieren. Wat een grandioos verschil met ons Belgenlandje, waar we zwelgen in luxe en vechten om het minste.

 

Het oude stadscentrum heeft ook een kleine haven, naast de grote nieuwe haven in Dubrovnik zelf. Vandaar vertrekken vele bootjes voor excursies, terwijl de grote overzetboten vertrekken vanuit de nieuwe haven. Heel gezellig allemaal: het ligt er vol met kleine kleurige bootjes, en je kan er ook iets drinken of eten.

 

Tegen een uur of acht was de zon iets milder gestemd, en besloten we de stadsmuren te gaan doen. Je kan – tegen betaling van 74 Kn per persoon – volledig rond het oude Dubrovnik wandelden op de oude stadsmuren. Zeker de moeite waard om alles eens van bovenaf te gaan bekijken: de straatjes, de toch wel mooie tuintjes, en allemaal oranje daken. Ondanks het late uur waren we blij dat hier een daar een stalletje stond waar je drinken kon kopen; het zweet dreef ons af en al moesten we zoveel meer betalen voor een flesje water, we deden het toch. De stadsmuren zijn zeker niet aan te raden op het midden van de dag. Je kan ze betreden tot 21u ’s avonds en een rondwandeling kost je ongeveer een uurtje, dus het is beter (en gezonder) tot dan te wachten.

 

Terug beneden dronken we in de entree van het oude stadscentrum een verse fruitsap. Lekker en deugddoend, maar het café zelf is niet bepaald aan te bevelen: de mensen werken er dik tegen hun goesting, zijn nogal nors en proberen niet te zien dat klanten iets van hen willen. Eerst waren we van plan daar nog iets te eten ook, maar wegens de onvriendelijke bediening vertikten we dat en besloten we boven in de buurt van ons hotel iets te zoeken.

 

In nog een laatste winkeltje met iets meer authentieke spulletjes kocht ik mijn zoetje een typisch Kroatisch flesje rode wijn. 240 Kn is veel geld voor zo’n fles, maar de wijn stelde tot hiertoe niet zoveel voor, en daarmee was ik toch redelijk zeker dat dit wel een lekker wijntje zou zijn. Wegens het alweer thuis vergeten van de zonnehoed en de lichte zonneslag die ik heb opgelopen van onze laatste wandeling, kocht mijn zoetje mij een grote hoed, die vanaf dan niet meer van mijn verbrande hersenpan zal wijken.

 

De bus terug naar ons hotel zat stampvol, het was drummen voor een plaatsje. Gelukkig duurt de rit niet zo lang; te voet is het een heel eind en te ver om te doen, maar met de bus ben je zo terug. Een verfrissende duik in ons zwembad bracht verkoeling, en mijn zoetje vond dat het nodig was om iets te doen aan mijn zwemstijl. Ik kan nog maar een paar jaar zwemmen, maar mijn stijl is verre van perfect. Op Kreta had ik wel reeds bewezen dat ik grote afstanden aankan toen we van onze boot naar een eiland zwommen en terug, maar de schoolslag zelf ben ik nog niet meester.

 

Iets voor negenen stopten we met de lessen wegens sluiten van het zwembad, en na een douche volgden we de pijlen “shops en bars” die hier staan, waarna we in een piepklein centrum kwamen met een tiental winkeltjes en een vijftal restaurantjes. Ideaal, dan hoefden we niet onnodig veel geld uit te geven aan het eten hier in het hotel, en dat op slechts enkele minuten wandelen.

 

Wat we morgen gaan doen, weten we nog niet, we zullen wel zien. Tot hiertoe houden we ons bij een paar lekker luie dagen.

 

Foto’s