maandag, 24 augustus 2009

24 augustus 2009

Gisterenavond trok mijn zoetje zijn stoute schoenen aan en ging aan de receptie vragen ter ere van wie het feest was aan het zwembad. Niet te schatten; de weg vragen durft hij niet, maar zulke dingen dan weer wel… En curieus! Het bleek dus een trouwfeest te zijn van één van de gasten, al zagen we de bruid en de bruidegom nergens. Alle zeteltjes waren ingepalmd door de gasten en hun kinderen, en door het lawaai en de drukte ontvluchtten we ons hotel en besloten we in Elounda onze gading te zoeken.

In het kerkje daar kwamen we de bruid en de bruidegom tegen, ze stapten net naar buiten. We bleven even staan kijken; het is hier blijkbaar de gewoonte voor de bruidegom om in het gebroken wit te trouwen. We vonden zwart allebei beter passen; hij stak zo vaal af tegen het mooie wit van de trouwjurk.

De winkeltjes hadden we allemaal al eens gedaan, maar we deden ze nog eens. Ze hebben zoveel snuisterijtjes dat je altijd wel iets tegenkomt dat je eerder niet zag. Daarna landden we in ons stamcafé, het "Eden Café", maar wij zeggen daar "bij de zottin" tegen. Ze hebben er heel lekker eten en drinken, alles is prima in orde, maar de serveerster is een beetje raar; ze mompelt, babbelt tegen haar eigen, klaagt tegen iedereen dat ze door de zon niet goed hoort en loopt rond als een kip zonder kop. Ze is altijd in extase als ze ons ziet, maar ach, ze is wel vriendelijk hoor. We zouden dat eigenlijk niet mogen zeggen, maar we bedoelen er niets kwaads mee.

In het café installeerden we ons in zeteltjes en genoten we van de luide muziek (ze zijn hier gek van Akon, dus ideaal!). Ik bestelde traditiegetrouw mijn chocolade milkshake, en mijn zoetje koos een "White Lady" cocktail. Lekker ’t schijnt, maar straf. Toen we gingen betalen kregen we elk nog een slaapmutsje: een klein glaasje met een roodachtige vloeistof in. Ik proefde even en hoewel er alcohol inzat, vond ik het wel lekker. Ik dronk – tot mijn zoetjes verbazing – mijn glaasje volledig op en had daar drie minuten later spijt van: misselijk, draaierig en maagpijn. We stapten in de jeep en ergens tijdens die 2 km naar het hotel ligt mijn laatste herinnering. ’t Schijnt dat ik daarna uit de jeep gevallen ben (zeker weer vergeten dat hij hoger staat) en dat ik mijn eigen op het muurtje heb zitten uitlachen. Op weg naar de kamer kreeg ik blijkbaar nog enkele keren een schaterbui, en ik heb al zittend op de wc mijn tanden moeten poetsen. Mijn zoetje liet me een flesje water uitdrinken, en daarna zou ik mij op het bed geploft hebben, per total. Wat er waar van is en wat verzonnen, ik zou het niet weten, maar we waren allebei toch wel geschrokken dat zo’n klein glaasje mij volledig van de kaart brengt. Ik begin er een gewoonte van te maken om één keer tijdens de vakantie op Kreta teut te zijn…

Door het feest was er heel veel lawaai, alsof ze voor onze deur de syrtaki stonden te dansen. Dat lawaai moet ergens ’s nachts gestopt zijn, want we werden wakker van geschraap van stoelpoten en getimmer. Blijkbaar liep het tegen zevenen en was het hotelpersoneel alles terug op zijn plaats aan het zetten. We werden ook nog eens wakker van enkele helikopters, en aangezien we gisteren een aantal brandweerwagens zijn tegengekomen, denken we dat hier nu ook een bosbrand aan de gang zou zijn. Zeker weten we het niet, want hier staan geen teevees waarop je het nieuws kan volgen.

Vanmorgen dus nog heel erg moe zijn we opgestaan en na het ontbijt vertrokken we naar Mithi, waar we de kloof van Sarakinas zouden doen. Normaalgezien gingen we de beklimming van de Dikhti doen vandaag, 20 km lang, maar we vreesden dat we dankzij het slechte wandelboekje minstens twee dagen onderweg zouden zijn. De Belgen gisteren raadden ons enkele kloven aan die ze gevonden hadden op het Internet, en die hebben wij gisterenavond nog even opgezocht. De "Sarakinas Canyon" zou een zeer korte, doch erg mooie kloof zijn. Ik las een verslag van iemand die de kloof had gedaan, en die had de kloof gedaan met een gids. Die persoon vond de kloof zo gevaarlijk dat ze niet aanraadde om zonder gids te gaan, en er werd de raad gegeven om geen bergschoenen aan te doen, maar sandalen, omdat er water tot aan je middel zou staan! We namen dit met een zeer grote korrel zout, besloten onze sletskes en zwemgerief mee te doen voor het geval dat, en zouden voorzichtig zijn.

De kloof stond aangeduid vanaf Myrthos ongeveer, en ze vinden was dan ook geen probleem. Toen we parkeerden, zagen we enkele Fransen uit de kloof komen, al rokend, hun peuken in de rondte gooiend. ’t Is door zulke mensen dat er branden ontstaan! Geen respect voor. We trokken onze bergschoenen aan, laadden onze voorraad water in omdat we geen idee hadden hoe lang de kloof precies zou zijn, en vertrokken.

Ik was bij de eerste meter al onder de indruk, en mijn fototoestel stond niet stil. De kloof was niet al te breed, en de ruwe rotsen rezen langs weerskanten erg hoog op. In de kloof zelf zag je niets anders dan rotsblokken, de meeste groter dan je zelf bent. Fantastisch gewoon. Een ander voordeel was de schaduw, het was er heerlijk koel. We zagen algauw waarom men de kloof als "gevaarlijk" beschreef: de rotsen waren vaak te groot om zo over te klauteren, en er waren stukken uitgehakt, waar je dan je handen en voeten moest inzetten, om er zo over te klauteren. Gevaarlijk? Bah, nee hoor, helemaal niet. Je moet gewoon een beetje oppassen dat je niet valt of wegglijdt (de rotsen zijn erg glad), maar verder was de weg zeer mooi aangeduid en waren de stukken die uit de rotsen waren gehakt op maat gemaakt. Ik wandel nu pas het derde jaar en kan dus niet als ervaren beschouwd worden, maar ik kroop er moeiteloos overheen, en vond het peanuts. We maakten reeds bergwandelingen die gevaarlijker waren. Laat je dus niet afschrikken, alles staan mooi aangegeven.

Na een halfuurtje klauteren hoorden we veel lawaai van mensen die ons tegemoet kwamen. Blijkbaar een koppel met een aantal kinderen van een jaar of zeven, en ik zeg niet dat het ideaal is, maar hoe gevaarlijk kan een kloof zijn als zelfs kinderen ze kunnen? Het lawaai weerkaatste tussen de wanden en weg waren de geluiden van de vogels; we konden het niet erg appreciëren en besloten onze stop wat verder te houden. Het waren uiteraard Fransen, typisch gewoon, en we kregen nog geen goeiedag. Iets verder kwamen we een beleefd koppel Engelsen tegen, op sandalen, en ze zeiden dat wij veel beter schoeisel aanhadden. Ik vroeg of er inderdaad water in de kloof stond, en ze zeiden hier en daar een plasje. Het kan dus best zijn dat er water staat in de kloof, maar in de maanden juli en augustus zeker niet en je doet toch beter bergschoenen aan. Met sandalen glij je zo van de rotsen.

We vonden de kloof allebei erg mooi, en waren er na een uurtje uit geklauterd. Inderdaad dus een korte kloof, maar ongelooflijk mooi en zeker de moeite waard om te doen. Ze heeft zo’n beetje weg van de Aradhenakloof, eveneens een ruwe kloof maar wat makkelijker dan diegene nu. We hadden de kloof omhoog gedaan, en namen het pad terug naar de parkeerplaats. Na een steile klim was het bergaf en zagen we al snel de auto. De weg terug is wel iets langer dan wanneer je door de kloof gaat, maar makkelijker begaanbaar. Er is op dat weggetje wel geen schaduw, het is lopen in de hete zon.

Onderweg zagen we de vele grote darmen liggen waarmee water uit kloven en bergen wordt getransporteerd naar een soort van verdeelkraan. Dat alles is bovengronds, de buizen liggen waar ze vallen, hier steekt dat allemaal niet zo nauw. De huisjes zijn gemaakt van eenvoudige materialen, en het is er meestal een ongelooflijke rommel, maar de tuintjes zijn tiptop in orde en de terrasjes zijn mooi versierd met allerlei bloemen. Een hondenhok is hier een verroeste grote ton, zo één waarin je bijvoorbeeld olie doet. En stelen komt hier ook niet veel voor denk ik; de mensen laten auto’s los staan, hun daken staan open, en bij de plantenwinkels blijven de planten tijdens de siësta zo buitenstaan. Je zou er zo mee kunnen weglopen. We maakten ons een tijdje zorgen over het feit dat ons dak en onze achterkant uit plastic bestaat en dat je dat van buitenaf zo kan lostrekken en in de auto inbreken, maar we hoeven ons daar dus totaal geen zorgen over te maken. De meeste laten het dak en de achterkant zelfs gewoon openstaan. Fantastisch dat zoiets hier nog kan…

Terug bij de jeep gekomen (na anderhalf uur) besloten we even te stoppen bij Ierapetra, aangezien we er nu toch moesten passeren, maar de siësta was in volle gang en we zouden later nog wel eens terugkeren. In Elounda gingen we eten bij ons stamcafeetje, en de serveerster was weer in alle staten van ons te zien. Het was intussen halfvijf, en we hadden grote honger. Daarna bezochten we nog even het kerkje waar we gisterenavond de trouwers hadden zien uitkomen. Mooie schattige kerkjes hebben ze hier, maar de binnenkant stelt niet zo erg veel voor. Niet lelijk hoor, maar persoonlijk vind ik de buitenkant leuker.

Vanavond gaan we eindelijk eens onze kaartjes schrijven om naar huis te sturen, daar zijn we altijd laat mee. Ze zullen maar weer toekomen wanneer we al een week thuis zijn… Wat we daarna gaan doen, weten we nog niet. Niet veel, dat is zeker, we zijn beide erg moe. Morgen slapen we uit en zouden we misschien eens een 4x4 tocht doen met de jeep, in het boekje staan er enkele beschreven. We zouden dan ook langs de grot van Zeus moeten passeren, en die wilde ik wel graag eens bezoeken. Veel mythologie hier, dat wel. We zijn al maandag, het gaat ons allemaal te rap!

 

Foto’s