vrijdag, 31 augustus 2007

31 augustus 2007

De Agia Irinikloof is een minder bekende, maar daarom niet minder mooie kloof. Ze ligt ten westen van de Samariakloof, en we nemen de weg naar Omalos om er te geraken. Onderweg komen we wel enkele obstakels tegen, zoals grote stenen die van de rotsen zijn gevallen en de weg versperren. Het heeft zo wel zijn charmes. We zijn van plan om te kloof heen en terug te doen; het zwaarste gedeelte (de kloof omhoog) eerst natuurlijk. Aan het begin van de kloof is een cafeetje, maar we besluiten eerst de kloof te doen en dan pas te rusten.

 

De 7km lange kloof is ongetwijfeld de groenste kloof die we tot nu toe gedaan hebben. Normaalgezien stroomt er ook water door, maar in augustus is de rivierbedding volledig uitgedroogd. Zoals altijd in een kloof zie je zowel links als rechts van je hoge bergen, maar deze keer zijn het niet gewoon rotsen waarnaar je kijkt. De vegetatie bestaat hoofdzakelijk uit platanen, dennen, cipressen, kruiden, en niet te vergeten de oleanders. Eind mei begin juni bloeien deze laatste erop los. Onderweg komen we regelmatig een plaatsje tegen om te rusten of te picknicken. Er zijn ook voldoende bronnetjes met drinkbaar water en, niet te missen voor mijn vriendje, toiletten. Ik heb nog nooit iemand zo blij zien kijken bij de aanblik van toiletten midden in de kloof…

 

Over toiletten gesproken, er is nog iets anders aan deze kloof in vergelijking met alle andere: de afwezigheid van geitenkak. Het kan misschien raar klinken, maar één ding waaraan ik echt een gloeiende hekel begon te krijgen was de aanblik en geur van die geitenkeutels. Dan denk je een mooie grot te zien met gelegenheid om daar even te gaan zitten om wat te rusten, kom je binnen en ziet dat deze al volledig is ingepalmd door geitenkak, en eventueel de bijhorende berggeiten natuurlijk. Zo ben ik eens geweldig neig van een geit geschrokken, en omgekeerd. Ik had een plaatsje schaduw gezien en dacht om daar even te gaan uitblazen, en toen ik vanachter de hoek kwam stond daar natuurlijk een geit. Ik weet niet wie het hardst geschrokken is, de geit of ik. Stomme geit… Hoedanook, het was heerlijk om eens een ander aroma op te snuiven.

 

De laatste kilometers waren de zwaarste; daar gaat de kloof heel lang en heel steil omhoog. We waren dan ook erg blij om te zien dat er een cafeetje net buiten de kloof lag. We besloten er te eten en te genieten van het heerlijke versgeperste fruitsap dat je overal in Kreta krijgt. De eigenaar was heel erg vriendelijk, en uiteraard zat er niemand anders op het terrasje. Hiervandaan loopt een pad langs de rivierbedding, dat je uiteindelijk naar Sougia brengt. Dat is een klein dorpje met een paar tavernes en enkele huizen, waar je een duik kan nemen in het kristalheldere blauwe water. Wij namen dit pad niet, maar keerden langs dezelfde weg terug, deze keer daalden we de kloof af. Terug aan de auto lieten we ons neerploffen op het terrasje net aan het begin van de kloof, en dronken we (alweer) vers fruitsap. Hmm, dit ga ik missen als we terug thuis zijn; het smaakt nergens zo lekker als hier…

 

Foto’s