woensdag, 26 augustus 2009

6 september 2009

Vandaag gaan we eindelijk naar Santorini. We stonden om 7u op om te gaan ontbijten en op tijd te kunnen  vertrekken. Ik had de smaak van het rijden met de jeep te pakken en reed ons naar de haven van Heraklion, waar de boot op ons zou liggen wachten. Om 9u45 zouden we afvaren, en 2u later zouden we op Santorini zijn. Er werd wel van ons verwacht dat we een halfuur eerder op de boot zouden zitten.

 

De jeep parkeerden we op een privéparking net aan de haven; we konden er de ganse dag staan voor maar 3 euro, da’s geen geld. Precies op tijd stapten we op onze catamaran, een rood met witte boot die reclame maakte voor Vodafone. Omdat we business class reisden, mochten we helemaal bovenaan gaan zitten. Blijkbaar waren de plaatsen genummerd en gereserveerd, en was het niet de bedoeling om tijdens de rit rond te lopen. We installeerden ons en wachtten tot de boot zou vertrekken. Mijn zoetje trakteerde me op een cappuccino, en lezend in mijn boek bracht ik de tijd door. Onze catamaran vaarde op tijd af en na een tijdje vlogen we met grote snelheid over de wilde golven. Ik vond het super, maar niet voor lang. Een stewardess kwam langs voor het uitdelen van kotszakjes, en ik weigerde al lachend; tot nu toe was ik nog nooit misselijk geweest, en dat verwachtte ik dus ook niet. Een viertal vrouwen die naast ons zaten hielden het zakje al open, klaar om te kotsen. Ik begrijp niet hoe iemand zo snel misselijk kan worden, we waren pas 5 minuten weg!

 

Mijn zoetje sliep en ik las verder in mijn boek. Drie kwartier later begon ook ik misselijk te worden, dus ik legde het boek opzij en keek naar buiten, in de hoop dat het zou helpen. Niet dus. Even later hing ook ik boven een kotszakje; daar ging mijn heerlijke cappuccino… Ik ging naar het toilet achteraan om mij wat op te frissen, waar ik nog misselijker werd. De boot ging zo snel dat je als een pingpongbal heen en weer werd gesmeten in het hokje. Het was ook niet ideaal lopen; ik belandde bijna op de schoot van een dikke snurkende man… Ik zat net terug op mijn plaats toen ik een nieuw kotszakje vulde, en mijn zoetje bleef maar af en aan lopen met zakjes. Achteraf was het eigenlijk wel grappig: telkens de misselijke vrouwen naast ons mij zagen kotsen, begonnen zij ook en omgekeerd. Ik kan je zeggen dat de boottocht een waar kotsfestijn was.

 

We zouden 2 uren varen, maar dat werden er 3. Bij aankomst moesten we wachten op enkele andere boten voor we konden aanmeren en ik het zalige verlossende gevoel van vaste grond onder mijn voeten kon meemaken. Mijn zoetje moest me uit de boot helpen, want ik kon bijna niet meer op mijn benen staan. Op de kade kwam iemand aanlopen met een stoel waarop ik kon zitten. Dankbaar liet ik mij neerploffen, terwijl Geert bij de plaatselijke dokter binnenliep voor iets tegen de misselijkheid. De mensen daar waren allemaal erg vriendelijk en behulpzaam; ze gaven me enkele pilletjes en vroegen daar niets voor.

 

Het werd ondertussen eens tijd om het eiland te bezoeken: we waren al een uur te laat aangekomen en mijn misselijkheid vertraagde ons natuurlijk ook. Blijkbaar werden we niet aan de kade afgezet waar je met de stoeltjeslift of per ezel naar boven kon; dat was wel zo geweest indien we de excursie met Jetair hadden gedaan. Dus moesten we de bus op, niet iets waar ik bepaald frisser op werd. Een twintigtal minuten later zette de bus ons af aan het stadje dat we wilden bezoeken. Het wemelde er van de toeristen die kleine winkeltjes in en uit gingen. Had ik me beter gevoeld, dan was dit het paradijs op aarde geweest voor mij. Echter, ik werd al misselijk van naar de voorbijgaande kasseistenen te kijken wanneer ik liep, dus er zat niet veel anders op dan lang te zitten bekomen, enkele minuutjes lopen, weer bekomen, … Veel zagen we niet van het stadje. Zonde, maar ik kon het niet helpen.

 

Van Santorini zegt men dat dit een zeer prachtig eiland is met allemaal witte huisjes en blauwe dakjes, zoals je ze op de postkaarten ziet. Laat je hierdoor niet misleiden, niets is minder waar! Santorini is een mooi eiland, ja, maar het staat niet vol met witte huisjes en blauwe dakjes. Op de enkele foto’s die ik trok is dat duidelijk te zien. De postkaarten geven een zeer misleidend beeld over het eiland.

 

Een tweetal uur later ging de bus terug naar beneden naar de haven, waar we dan nog een klein uur op de boot terug moesten wachten. We konden geen bus later nemen, aangezien we dan de boot terug zouden missen. Op de haven aangekomen, hoorden we dat de boot vertraging had door de hevige wind. Toen we vroegen wanneer de boot dan wel werd verwacht, kregen we als antwoord “erg laat”. Er zat dus niets anders op dan een cafeetje binnen te gaan en te wachten. We hadden uitgerekend dat we een zestal uur op Santorini zouden kunnen doorbrengen, maar door het uur vertraging dat we eerder opliepen en het feit dat we niet aan de juiste kade werden afgezet en de bussen niet goed waren afgesteld op de boten, hadden we slechts een kleine drie uur tijd gehad. Wat veel te weinig is natuurlijk.

 

We wachtten en bleven wachten, en zagen de misselijke vrouwen die naast ons hadden gezeten ook geërgerd wachten. Het werd 18u, 19u, 20u, … De zon begon onder te gaan en we zetten ons op een muurtje om ervan te genieten. Onvoorstelbaar prachtig om de zon te zien zakken in de zee… Eindelijk was onze boot daar, iets na achten. In de uren die we hadden gewacht aan de haven had ik wat kunnen liggen en slapen op de schoot van mijn zoetje, en dat maakte dat ik me alweer wat beter begon te voelen. Ik kon al wat drinken en hield het binnen. Van de eerste voet die ik op de catamaran zette voor de tocht terug, sloeg de zeeziekte alweer in volle hevigheid toe. Naar buiten kijken hielp niet, en aangezien de zon toch al onder was, was er niet bepaald veel te zien. Mensen liepen af en aan met koffie, en de geur ervan deed mijn maag omkeren. Ik legde me zo goed als het kon neer op mijn stoel en besloot wat te proberen slapen. Het hielp, liggen en ogen dichthouden. Ik zal niet zeggen dat ik me niet ongelooflijk ziek voelde toen we eindelijk terug waren in Heraklion, maar ik had op z’n minst al niet moeten overgeven.

 

Het was over tienen toen we terug bij onze jeep waren, dus eten in ons hotel zou er niet meer inzitten. We besloten even te stoppen in Malia om te kijken of we daar iets konden vinden om te eten (voor mijn zoetje dan). Het was er vreselijk druk. De winkeltjes waren erg leuk om eens te zien, maar Malia stond vooral vol met café’s en restaurants. Het deed me denken aan Llôret de Mar: luide bonkende muziek, schaars geklede en gillende vrouwen op onmogelijk hoge hakken, stoere dronken jongens die indruk probeerden te maken en vochten op straat… Het was natuurlijk al tegen middernacht, dus het fuiven was in volle gang. De jongens pikten gelijk welk meisje op dat ze op straat tegenkwamen voor een one-night-stand. Ook naar mij kwamen er enkele mannen, ongeacht of Geert er nu bij was of niet. Gewoon niet te geloven. Hoedanook, het was niet ons idee van een heerlijke vakantie en we stapten terug in de jeep om in het wat rustigere Elounda iets te gaan eten.

 

In Elounda aangekomen was het niet evident om nog iets te vinden, de meeste café’s geven slechts eten tot 18u, daarna enkel drank. De vriendelijke eigenaar van Babel (die ons intussen al erg goed kent) wees ons waar we nog eten konden krijgen. Het was bijna één uur ’s nachts en we genoten van een pannenkoek. Terug in ons hotel aangekomen ploften we doodmoe – en in mijn geval doodziek, want het eten was geen slim idee geweest – op ons bed en sliepen we als een roos.

 

Ik zou iedereen die Santorini wil bezoeken aanraden om dat te doen met een reisbureau. Wij doen zelf ook liefst alles op eigen houtje, maar in dit geval was dit geen goed idee geweest. Je betaalt dan wel iets meer, ik geloof dat het 115 euro per persoon was als je de excursie met Jetair wou doen, maar je bent tenminste zeker van de tijd die je krijgt om het eiland te verkennen. Jetair spendeert daar een zevental uur, en je wordt op de juiste kade afgezet, zodat je niet met de bus hoeft te gaan naar het stadje. We zagen ook dat de boot van Jetair geen vertraging had; deze mensen hadden ruim de tijd gekregen om het eiland te verkennen, en ze werden op tijd teruggebracht. Als je er iets wilt aan hebben, dan doe je dit best met een reisbureau. Ondanks het feit dat er op Santorini niet allemaal witte huisjes met blauwe dakjes staan, is het toch de moeite om te bezoeken. Je hebt prachtige zichten, en je blijft je verbazen over de grootte van de krater die de vulkaan veroorzaakte. Vanuit Santorini zijn er ook boottochten die je naar het midden van de krater brengen; die steekt een beetje uit boven de zee en wordt verkeerdelijk “de vulkaan” genoemd. Wanneer je op Santorini staat en naar beneden kijkt, sta je in werkelijkheid op de rand van de krater en kijk je erin. Een ongelooflijke grootte heeft die… Zeer indrukwekkend.