zondag, 26 augustus 2007

26 augustus 2007

’s Nachts is onze telefoon op de kamer enkele keren afgegaan, maar noch Geert noch ik waren wakker genoeg om het verstand te hebben die op te nemen. Dus ging om 4u ’s morgens onze wekker af, en slaperig ontbeten we en wachtten we met de rugzak vol eten en drinken op de bus. Deze kwam maar niet, en na een halfuur gingen we toch eens navraag doen aan de receptie. Bleek dat die mens ons ’s nachts had gebeld om te zeggen dat de excursie was afgelast. Er was blijkbaar brand uitgebroken in de Samariakloof, en het was te gevaarlijk om daar te gaan wandelen. De excursie werd uitgesteld tot volgende week zondag.

 

Dus stonden we daar gepakt en gezakt, ondertussen wel wakker genoeg om niet meer terug in bed te kunnen kruipen en te slapen. We besloten de wandeling te maken die we gepland hadden voor volgende week zondag, en dat was de Imbroskloof. In ons Peugeotje tuften we langs een zogoed als verlaten New Road en genoten we van een heel mooie zonsopgang. Ik als fotofreak stopte natuurlijk regelmatig langs de baan om foto’s te trekken.

 

Imbros staat eveneens bekend als een kloof die je zeker moet gezien hebben, en het is ook mogelijk om deze te doen onder begeleiding. We zijn niet graag afhankelijk van anderen, dus deden we deze alleen. Het was nog erg vroeg en er was nog niemand, ook niet aan de kassa waar je moest betalen (2 euro) om de kloof in te mogen (wel erg, aan die bekende kloven staan er in het begin en op het einde hokjes waar je moet betalen; dus als je de kloof heen en terug wilt doen, moet je tweemaal betalen!).

 

We parkeerden de auto in het bergdorpje Imbros, en begonnen op een hoogte van 780m aan de afdaling. De wandeling is 8km lang en eindigt aan het plaatsje Komitades dat zich op 200m hoogte aan de Libische Zee bevindt. Net als andere kloven is deze ontstaan doordat een riviertje zich door de eeuwen heen een weg heeft geslepen door de rotsen. De weg door de kloof is goed begaanbaar en wijst zichzelf uit. Dit beviel me veel beter dan die bergwandeling van eergisteren. Ik struikelde vaak over de vele stenen en viel meer dan eens op mijn gat op die harde rotsen, maar behalve het feit dat mijn vriend dat wel erg grappig vond en er foto’s van trok in plaats van me overeind te helpen, had ik niet te klagen. Ergens halverwege kwamen we een ezel tegen. Het beest stond moederziel alleen zonder eten en drinken midden in de kloof, en ik had natuurlijk direct medelijden. Ik ernaartoe om de ezel te aaien, en behalve een verkennende beet om te zien of ik een lekker tussendoortje was (wat weer een compromitterende foto opleverde – zie je, mijn vriend doet er uren over om een foto te trekken die niet bewogen is, maar op zulke momenten heeft hij daar dus geen last van!), was het een lief dier. Achteraf las ik dat de eigenaar daar vaak staat met zijn ezel om frisdrank te verkopen en mensen te helpen die in de problemen geraken in de kloof; zij mogen dan op de ezel zitten, die hen terugbrengt van waar ze komen. Het meest spectaculaire stuk was wel datgene waar de doorgang slechts 2m breed is en de wanden tot 300m hoog zijn.

 

Na een tweetal uur stappen bereikten we Komitades. Aangezien daar niet veel te doen was, gingen we langs de baan verder naar Hora Sfakion. De tocht langs de baan was zwaarder dan die in de kloof. De hitte was extreem, en we stopten langs bijna elk tankstationnetje om een blikje frisdrank te kopen en uit te blazen. Uiteindelijk bereikten we Hora Sfakion, en genoten we van een goede maaltijd in één van de restaurantjes aan zee. We vonden een bus die ons terug zou brengen naar Imbros. De rit terug was wel angstwekkend: het werd intussen al donker, de baantjes waren erg smal en kronkelig en de bus scheurde door deze bochten alsof het niets was. Maar na de nodige doodsangsten uitgestaan te hebben, bereikten we ons autootje veilig en wel en reden we terug naar het hotel om te dineren en te crashen (in mijn geval dan toch). Morgen gaan we naar Gouverneto!

 

Foto’s